Vrijdag 27 oktober ’17
Kennis delen en medewerkers vitaler maken is een prachtig vak! Veel heb ik al mogen spreken over vitaliteit, energiemanagement, sporten en ontspannen. Deze week mocht ik de bühne op om iets te vertellen over ademhalen.
Dit is een nogal wezenlijk onderwerp waar we ieder moment mee te maken hebben. Onbewust gaat dit geregeld mis en daarom is er ook zo veel te halen!
We ademen zuurstof in en koolzuur uit. Dit suggereert dat we zuurstof nodig hebben en koolzuur enkel een afvalstof is, maar dat is niet helemaal waar. Een gezonde verhouding tussen zuurstof en koolzuur is 3:2. Door te snel of te diep te ademen, blaas je teveel koolzuur af en dat verstoort de balans.
Zo kun je voor jezelf een testje doen en tellen hoe vaak je per minuut ademt.
Wat zegt dit? (even kort door de bocht)
- 6-10 ademhalingen past bij iemand die zittend een boek leest.
- 10-15 ademhalingen betekent in rust al een verstoorde balans. Dit kost energie en gaat al ten koste van de concentratie.
- 15-20 ademhalingen is van iemand die 18 km per uur tegen de wind in fietst.
- 20+ De eerste paar seconden voordat ik afgelopen week op het podium stond voor 300 man. Dit is de modus ‘vecht, bevries of vlucht’. Op dat moment is het een natuurlijke reactie voor als het even spannend wordt en dat is prima. Maar niet als je dit de hele dag door ervaart. Dit gaat klachten geven en er zal erg veel informatie langs je heen gaan. Niet handig als je goed wilt presteren.
Door te snel of te diep te ademen krijgen we te weinig koolzuur in het bloed, waardoor de pH waarde kan stijgen. Dit kan zorgen voor vernauwde bloedvaten. Hoofdpijn, hoge bloeddruk en darmklachten kunnen hier weer gevolgen van zijn.
Voor een goede gaswisseling is uitademen dus ook heel belangrijk! Door wat langer de tijd te nemen voor het uitademen en een kleine pauze in te lassen voor je weer inademt, werk je aan de ideale verhouding 3:2.
Wil je een lagere ademhalingsfrequentie? Sporten en yoga helpt (zeker op het werk 😉 ), maar lees vooral ook het boek Verademing van Bram Bakker en Koen de Jong.
Tekst: Jelle Rietveld